14 april 2024: Jezus en Petrus

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

In de tv-serie ‘De Joodse Raad’ (die ik al eens eerder heb aangehaald, op Goede Vrijdag) zie je met welke dilemma’s mensen in de oorlog te maken kregen, sommigen meer dan anderen. De serie richt zich vooral op de onmogelijke keuzes die de leiders van de Joodse Raad, David Cohen en Abraham Asscher, moesten maken. Ze worden door de Duitse bezetter aangesteld als voorzitters van een raad die als een soort contactorgaan tussen de Duitsers en de Joodse gemeenschap moet functioneren. En in de praktijk krijgt die raad gestaag een steeds grotere rol in de maatregelen om uiteindelijk alle Joodse Nederlanders af te voeren. Wapens inleveren, een Jodenster, een lijst maken met mensen die het meest geschikt zijn om in Duitsland tewerkgesteld te worden, adressen verzamelen, enzovoorts. En in dat alles worden ze steeds door de Duitsers in de tang gehouden met het dreigement dat als ze niet meewerken, het alleen maar erger wordt. ‘Om erger te voorkomen’, daarom dus werken ze steeds toch maar mee, aan wat hun eigen ondergang wordt.    
Echt onmogelijk om goede keuzes te maken; dat laat de serie best goed zien. Binyomin Jacobs, tegenwoordig opperrabbijn, vertelde een paar dagen geleden hoe zijn eigen kijk op de rol van de Joodse Raad in de oorlog door de serie veranderd is; genuanceerder is geworden, met meer oog voor de onmogelijke positie van de leiders. De Joodse Raad was fout, vertelt hij, zo was ik opgevoed; en dat perspectief zie je ook in de openingsscène van de serie, als na de oorlog één van de voormalige leiders van die Raad de synagoge binnenkomt. En het gevolg is dat er allerlei andere bezoekers van hun plek opstaan en ergens anders gaan zitten, weg van die man, want hij is een paria, niemand wil meer met hem te maken hebben. Leven, dood, onmogelijke keuzes, vervreemding.
 
Vandaag luisteren we naar het gesprek tussen Jezus en Petrus en als die twee in gesprek zijn, dan ligt er ook zo’n mijnenveld van vervreemding tussen. Petrus is ook fout geweest. Verloochend, en dat niet eens ‘om erger te voorkomen’. Nu is Jezus, precies degene die door Petrus verloochend is, met hem in gesprek en dat moet dus vreselijk ongemakkelijk zijn geweest. Over dat gesprek gaat het vandaag en over een grote vraag die onder dat gesprek ligt, een vraag die ook bij de dilemma’s van de Joodse Raad een rol speelt, die eigenlijk bij heel veel keuzes die je maakt een rol speelt.
Een vraag, een grote vraag, en nu ga ik absoluut niet de indruk wekken dat het makkelijk of eenduidig was geweest in de oorlog of voor Petrus of wanneer dan ook als je die vraag scherp voor ogen had. Helemaal niet. Helemaal niet, maar je ziet wel in zo’n serie hoe de Duitsers er gebruik van maken, je ziet hoe je er de gevangene van kunt worden. Een vraag, die ook onder het gesprek tussen Jezus en Petrus ligt: wat is nou het ergste dat een mens kan overkomen? Of, andersom geformuleerd, wat is het belangrijkste in het leven?

Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven? Daar gaat het vanochtend over, aan de hand van dat gesprek tussen Jezus en Petrus in Johannes 21. Bewust of onbewust speelt die vraag bij heel veel keuzes die je maakt een rol, en in deze afscheidsdialoog heeft Jezus het daarover. En dat is ook om ons als lezers daarover aan het denken te zetten. Dus wat zou je zeggen voor jezelf, als dat zo op tafel komt? Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven?

Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven? Jezus is met Petrus in gesprek en dan is dat de vraag die eronder ligt. Want ja, er is iets gebeurd wat dat betreft. Petrus had het gezegd, stelliger dan alle anderen: ik zal U niet alleen laten, zelfs niet als ik erom zou moeten sterven. Petrus had gezegd dat hij wel wist wat echt belangrijk was en dat hij dat zou doen, ook al zou het hem zijn leven kosten. Maar goed, toen puntje bij paaltje kwam bleek menselijk, al te menselijk, het in de praktijk toch andersom. Liever z’n leven; hij had Jezus als een baksteen laten vallen. En je begrijpt het nog ook, net als al dat gedoe in de oorlog; wat zou je zelf hebben gedaan?

Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven? Een paar jaar geleden schreef de Britse theoloog Sam Wells daarover; en dan raakt hij precies aan die dingen die hier ook spelen. Wij in de moderne samenleving, schrijft hij, leven in alles alsof het ergste dat een mens kan gebeuren is dat je sterft; alsof dus het leven het allerbelangrijkste is. Dat zie je, schrijft hij, als je kijkt naar waar we ons geld op inzetten, onze tijd, onze aandacht, wat we belangrijk vinden. Waar we ons best voor doen. Het leven te verlengen; het sterven uitstellen. Grote innovaties die daarbij helpen worden eigenlijk door iedereen toegejuicht. Hij schreef het stuk voor de coronapandemie, maar in die tijd zag je het natuurlijk extra goed. Het grootste probleem van mensen is dat ze ziek kunnen worden en overlijden. Ik bedoel niet alle maatregelen die er toen genomen zijn, aan de kant te zetten, maar het is een overduidelijke illustratie. Het kernprobleem van mensen is dat ze sterven, en wat daarom het nobelste is om te doen is om, op welke manier dan ook, dat sterven uit te stellen. En daar zijn we intussen ook heel goed in, met alle medische techniek van tegenwoordig. Mensen worden ouder en ouder en begrijp me niet verkeerd, dat is ook winst. Leven is goed, is een geschenk; maar is het het hoogste?
Sterven als het ergste dat je kan overkomen; dat hoor je terug in hoe het met Petrus gegaan is. Hij heeft voor z’n eigen leven gekozen. Liever dat behouden dan… En ziet in die serie over de Joodse Raad hoe ze precies daarmee in de tang worden genomen door de bezetter. Er is niets ergers dan sterven, dus laten we maar meewerken om een beetje hoop te kunnen houden, wie weet dat we het er levend van afbrengen, of misschien een deel van ons. En je hoort het iemand verzuchten, tegen het einde: twee maanden hebben we gewonnen. Twee maanden. Ons leven met twee maanden weten te verlengen, en wat hebben we ervoor gedaan? Wat zijn we ermee kwijtgeraakt?

Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven? We doen, in onze samenleving, alsof het grootste probleem van mens-zijn is dat we sterfelijk zijn, en we proberen uit alle macht dat probleem op te lossen. Ook persoonlijk hebben we die neiging, denk ik. En nu luitsteren we naar Jezus in Johannes 21 en als je hem hoort dan lijkt dat sterven helemaal niet zo vreselijk problematisch. Integendeel; Jezus is al gestorven, maar dat feit lijkt in dit hoofdstuk van geen enkel belang. Johannes heeft in het evangelie ook consequent gezegd dat Hij met zijn sterven God verheerlijkt heeft. Over dat hele sterven lijkt op dit punt van het evangelie een gevoel van ‘so what’ te hangen; en tussen neus en lippen door vertelt Johannes dat Petrus op zo’n zelfde manier God zal verheerlijken door te sterven. O ja, en hij vertelt ook dat dat misschien wel niet geldt voor een andere leerling, ‘de leerling die Jezus liefhad’, maar dat is eigenlijk niet zo interessant. In Johannes 21 is sterven niet meer dan een voetnootje.

Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven? In Johannes 21 krijg je nergens het idee dat dat iets met sterven te maken heeft. Nee; als Jezus met Petrus in gesprek is, gaat het over iets heel anders. Over liefde. Over verbondenheid met mensen. Heb je mij lief?, vraagt Jezus. Dat wijst op iets heel anders dat in het leven belangrijk zou zijn. Heb je mij lief? Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven? Sam Wells zegt daarover: volgens de Bijbel is het ergste dat je kan gebeuren als mens dat je alleen komt te staan. Verlatenheid. Eenzaamheid. Het ergste dat je kan gebeuren is dat je alle verbondenheid mist. En misschien herken je dat wel; de eenzaamheid, de verlatenheid, en als die heel sterk zijn herken je misschien zelfs het gevoel dat de dood beter is dan dit.
En wat Petrus gedaan heeft, is daarvoor gekozen. Alleen laten. Liever z’n leven redden dan bij Jezus te blijven. Wie z’n leven behouden wil, zal het verliezen, had Jezus zelf gezegd in het evangelie; en hier heb je Petrus, grote mond gehad, en toch. Gekozen het leven te behouden. Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven?
Hoe is dat bij jou? Waar sta jij voor? Wat is echt belangrijk in je leven? Afgelopen week schreef iemand: ‘hoe ouder ik word, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat we gewoonweg niet weten wie we zijn of wat we echt geloven totdat het ons iets kost’. Totdat het ons iets kost. Totdat er spanning op staat, zoals bij Petrus; dan zien we het, ondanks alle grote woorden. Heb je mij lief? Welnee. Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in je leven? Als Jezus vraagt: heb je mij lief, en het gaat niet om de woorden van je leven maar om wat je ziet, om wat je doet, wat is dan jouw antwoord?

It’s me, hi, I’m the problem, it’s me. Er zijn hier ongetwijfeld ook mensen die het liedje niet kennen, maar dat is Taylor Swift, Anti-hero, anti-held. En je zou dat hele liedje kunnen beluisteren als één langgerekte meditatie over je eigen menselijke onvermogen om werkelijk liefdevolle relaties aan te gaan; je onvermogen om niet alleen met woorden, maar ook in wat je feitelijk doet in je leven te laten zien dat er belangrijkere dingen zijn dan je eigen leven. I wake up screaming from dreaming one day I’ll watch as you’re leaving ‘cause you got tired of my scheming for the last time. Ik word gillend wakker uit m’n droom, dat je nu echt vertrekt, om dat je al m’n gekonkel spuugzat bent, m’n onoprechtheid, m’n gemanipuleer. Herkenbaar?

It’s me, hi, I’m the problem, it’s me. Dat is hoe Petrus bij Jezus staat. Heb je mij lief, vraagt Jezus; en Petrus weet heel goed dat uit zijn daden van de dagen daarvoor is gebleken dat dat niet zo is. En dat is het eerste, grote wonder van Johannes 21. Dat is het eerste, grote wonder van Pasen: hoe erg je hem ook hebt laten vallen, hoe erg je ooit in je leven ook anderen hebt laten vallen, hoe stikeenzaam je ook geworden bent, door anderen of door jezelf, Hij, Jezus, laat je niet in de steek. Hij verlaat je niet, ondanks alle verkeerde keuzes en alle verkeerde prioriteiten van je leven. 

Jezus weet heel goed wat Petrus gedaan heeft. Desondanks vraagt Jezus het, heb je mij lief, en Hij vraagt het nog een keer. Dat moet je onthouden. Als je weet, ziet, in je eigen leven dat je leeft alsof jouw eigen leven het belangrijkste is, als je leeft met alles in het teken van jouzelf, net als Petrus, dan stelt Jezus je de vraag en weet Hij best dat het antwoord ‘nee’ was. Nee. Ik heb mijn eigen leven lief.

En Hij vraagt het nog een keer en nog een keer aan Petrus en elke keer krijgt Petrus een opdracht mee: weid mijn lammeren. Hoed mijn schapen. Weid mijn lammeren. Is het dan een voorwaarde, waar Petrus eerst aan moet voldoen, voordat Jezus hem die opdracht meegeeft? Nee, ik denk het niet. In elk geval: als het een voorwaarde is, dan voldoet Petrus er niet aan, en hij weet het. Hij komt niet op de hoogte van de liefde, van de onvoorwaardelijke toewijding, die Jezus vraagt.

Het is geen voorwaarde, God-zij-dank; we weten allemaal dat we de voorwaarde, lief te hebben als Jezus zelf, niet zouden halen. Heb je mij lief? Het is stimulans, aanmoediging om je niet blind te staren op je eigen leven, om je niet te laten vangen door de angst het te verliezen. Het is de steeds maar herhaalde oproep om je in geloof te geven aan een liefde die groter is dan dat. Heb je mij lief? Heb je mij lief?

Wat is het ergste, wat is het belangrijkste in het leven? Het is Pasen geweest; Jezus leeft. Het is Pasen geweest, en als Jezus zo met Petrus in gesprek is, dan is de dood niet meer dan een voetnootje. Ja, het is geweest; en het zal wel een keer gebeuren. Maar er zijn dingen die veel belangrijker zijn, veel grootser, en dat zeker in het licht van Pasen. Liefde. Verbondenheid. Dat je een ander niet alleen laat, hoe moeilijk ook, hoe veel het ook kost. Heb je mij lief?, vraagt Jezus, en Hij verbindt er een opdracht aan. Hoed mijn schapen, weid mijn lammeren. Dat is: blijf bij ze, en blijf bij ze, wat het ook kost. Dat is wat een goede herder doet, heeft Jezus eerder gezegd. Desnoods zijn leven geven voor de schapen. Zoals Hij dat deed; zodat geen schaap alleen is, ooit, als Hij verlaten van alles en iedereen. Dat is zijn opdracht voor ons, voor de tijd dat we leven: om voor elkaar zo een goede herder te zijn.
Wat is het ergste in het leven? Alle liefde te verliezen. Wat is het belangrijkste? Liefde, verbondenheid, dat er iemand is die je niet loslaat, wat er ook gebeurt. Het is Pasen geweest. Die liefde heeft de dood overwonnen. Halleluja.
Amen
 
terug