bevrijding

5 mei 2024: liefde en vrijheid

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Vandaag is het Bevrijdingsdag, een feestdag hier in Nederland, en ik heb wel eens het gevoel: de grote nationale feestdag, hoewel niet eens iedereen vrij heeft. De grote feestdag. Zo langzamerhand sterft de generatie die de allereerste Bevrijdingsdag heeft meegemaakt, uit; ook hier bij ons zijn het er niet veel meer die zich die dag bewust herinneren. Degenen die het nog wel weten, weten dat het feest was, ongeremde, uitzinnige vreugde, de opnieuw gevonden vrijheid, het einde van de onderdrukking. Eén groot feest.
Vandaag vieren we dat, 79 jaar later, zoals we dat elk jaar doen. En als je daarop gaat letten, dan zitten er in elke Bevrijdingsdag een paar dingen die steeds weer terugkomen. Dat is allereerst de blijdschap, de vreugde; het is niet voor niets dat er juist vandaag allerlei festivals zijn. Er zit daarnaast iets in van je opnieuw realiseren welke waarde de vrijheid heeft; van je bewust worden wat de vrijheid gekost heeft, en van wat onvrijheid en onderdrukking met een mens kunnen doen. Scholen geven daar voor kinderen aandacht aan en dat gebeurt ook op allerlei andere plekken: terugdenken aan de oorlog en stilstaan bij het einde ervan. Dat zit er ook in. En er zit in samenhang daarmee ook altijd het voornemen in om niet opnieuw tot onvrijheid te vervallen; de actualisatie naar vandaag, noem het een waarschuwing, dat vrijheid onderhoud nodig heeft. 
Dat doen we vandaag en ik weet niet of de leesroostermakers dat bewust hebben uitgezocht, maar in het evangelie van vandaag zit een patroon dat daar heel erg op lijkt. Het woord dat Johannes gebruikt is ‘liefde’, maar wat Jezus daarover zegt lijkt heel erg op wat we met Bevrijdingsdag doen als het gaat om vrijheid: vieren, herinneren en opnieuw voornemen. Die drie dingen horen bij elkaar, op een Bevrijdingsdag, en hier in de kerk. Vieren, herinneren en voornemen. ‘Blijven’, noemt Johannes dat laatste. Over die drie dingen gaat het vanochtend, om dat te doen als het over liefde gaat en als het over vrijheid gaat, nu hier in de dienst, en ook als we hier vandaan gaan.

Vieren. Daar begint het mee. ‘Volkomen vreugde’, daar heeft Jezus het over. Dat zet de toon; er is iets te vieren, je wordt er blij van. Het gaat in de tekst over iets dat je moet doen, een gebod noemt Jezus het, liefhebben; maar er is hier geen enkele plaats voor zurigheid. Er is iets te vieren. Liefde. Vrijheid; ‘niet langer slaven’, zegt Jezus, maar vrienden. Dat is de toon van vandaag en dat is de toon van het evangelie: blijdschap, vreugde, vieren. Ik hoop dat we dat des te meer doen als we hier in de dienst bij die woorden van Jezus stilstaan, ik hoop dat wat we hier met elkaar doen iets van ‘vieren’ heeft en ik hoop dat je die blijdschap meeneemt de rest van je leven in. Halleluja. We zijn geliefd, en vrij om lief te hebben. Reden voor een feestje.  

Het tweede is herinneren. De toon is gezet door het ‘vieren’ en het loopt uit op het gebod om lief te hebben. Daar tussenin, tussendoor herinnert Jezus ons aan de bron van de liefde. De oproep van Jezus om lief te hebben hangt niet in de lucht; Jezus begint ergens anders. De liefde die in ons en tussen ons moet blijven, die komt ergens vandaan, net als de vrijheid. Die maken we niet zomaar zelf. Als je vandaag 80 jaar geleden had gezegd tegen een willekeurige voorbijganger op straat: je moet gewoon als een vrij mens leven, dan had diegene gedacht dat je niet goed snik was. Leuk bedacht, als vrij mens leven, maar dat gaat niet; de krachten van de onvrijheid zijn te sterk. Het is pas mogelijk om als vrije mensen te leven als we daar eerst van bevrijd zijn. Dat is de herinnering van Bevrijdingsdag.
Zoiets zegt Jezus ook over de liefde. Het begint niet zomaar uit het niets. Ik heb de indruk, maar misschien vergis ik me daarin, dat we de neiging hebben om te denken dat ‘elkaar liefhebben’ de default houding van mensen onderling is; dat wat iedereen vanzelf doet als je er niet over nadenkt. Net zoals we een tijdje dachten dat ‘vrijheid’ de standaard manier van samenleven was, en toen verrast waren over de opkomst van allerlei nieuwe hele en halve dictaturen. Ik ben bang dat dat ook bij liefde zo is; ze komt niet uit het niets, en je ziet het. Misschien is er onder ons, die gepokt en gemazeld zijn door dit boek hier, een soort universele basale welwillendheid tegenover andere mensen; hoe diep die liefde gaat, durf ik niet te zeggen, maar ik ben bang dat het tegenvalt, als je zo eens om je heen kijkt hoe mensen ook in Nederland met elkaar omgaan. En als je in de wereld kijkt dan zie je dat de drang om jezelf, je eigen groep, om die te kiezen ten koste van de ander, om alles wat schaars is voor jezelf en voor je eigen groep te houden, hoe dat werkt, hoe de ander van een andere groep maar zo een vijand is, dan weet je dat ‘liefhebben’ net zomin vanzelf gaat als leven in vrijheid.
En daar herinnert Jezus ons aan. ‘Blijf in mijn liefde’, want voordat jullie ooit begonnen lief te hebben of daar zelfs maar over na te denken zijn jullie door mij geliefd. Dieper nog, zegt Jezus: voordat Ik jullie liefhad, had de Vader mij lief. Daar ligt de oorsprong van de liefde: in God zelf die liefde is. In God zelf die liefde is en die omdat Hij liefde is in Jezus zijn liefde aan mensen voor eens en altijd bewezen heeft.
Wat het ook kost. Bij de herinnering aan de vrijheid hoort ook het gedenken, gisteravond, de twee minuten stilte. ‘Zij brachten voor de vrijheid het grootste offer’, dat staat op dat monument waar ik gisteren was, wat ik aan de kinderen liet zien. En Jezus zegt het ook: ‘geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden’, zoals Hij dat deed. De liefde waarmee God ons liefhad, waarmee Jezus ons liefhad, die liefde is niet goedkoop. Dat zegt de herinnering die Jezus vandaag wakker roept.

Ik heb jullie liefgehad, zoals mijn Vader mij liefhad. Dat is des te belangrijker om je te herinneren als je zelf in je leven hier weinig liefde ervaren hebt. Misschien zit je hier wel zo. De menselijke wetmatigheid is dan helaas dat degene die weinig liefde ontvangen heeft, ook weinig liefde geven kan. Kijk naar hoe dat werkt in gezinnen; wie zelf vroeger te weinig liefde heeft ontvangen, laat ook z’n kinderen in de kou staan. Misschien zitten hier wel mensen die dat weten van zichzelf, die dat hoe langer hoe meer zijn gaan voelen, twee kanten op: dat ze niet hebben gekregen wat ze nodig hebben en dat ze daarom ook niet in staat zijn om te geven wat een ander nodig heeft. En even tussendoor, ook daarom moet je niet te snel aan de logica van zo’n tekst voorbijgaan. We weten allemaal dat er mensen zijn, ook onder ons, die weinig liefde te geven hebben; dat zeggen we niet hardop, maar we weten het wel. Maar ik wil u en ook mezelf vragen om daar, dit wetend, met heel veel geduld en liefde naar te kijken. Je weet niet wat erachter ligt. Je weet niet welke gapende wonden er in het innerlijk van een ander zijn. Dank God als je liefde ontvangen hebt, als je tot op de dag van vandaag liefde ontvangt.
En dank God voor de liefde die Hij aan mensen bewijst. Ik heb jullie liefgehad; de oneindige liefde waarmee mijn Vader mij liefhad, die heb ik doorgegeven aan jullie. En dat is voor jullie, voor ons. Juist als je tekortgeschoten bent in liefde, goed nieuws. Je bent geliefd. Ook als je wel veel liefde ontvangen hebt, overigens; er is meer liefde voor je dan je ooit voor mogelijk gehouden had. Je bent geliefd. U bent geliefd. Ik ben geliefd. Daar hebben we in ons leven niets voor hoeven doen, het is een geschenk.

Vieren, herinneren, voornemen. Of, met de woorden die Jezus gebruikt: ‘blijf in mijn liefde’ en ‘mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben’. Je kunt niet werkelijk vieren en je kunt niet werkelijk herinneren zonder je opnieuw voor te nemen om in dat spoor verder te gaan. Dat weten we als het over vrijheid gaat. Vrijheid vieren om het vieren alleen, met alleen de zorg dat ik een leuke dag heb, zonder inzet voor de vrijheid van een ander, dat past niet. Je hoort dat ook wel om je heen, bijvoorbeeld als het gaat om wat er nu in Gaza gebeurt; dat het wrang is om vrede en bevrijding te vieren in het licht van wat er daar gebeurt. Vieren en/of herinneren zonder voornemen worden plat, of hypocriet, of allebei. Dat geldt op eenzelfde manier voor geloof en liefde. Geloof dat wel viert en/of wel grote woorden spreekt over wat God allemaal gedaan heeft, dat wel herinnert, maar dat niet voorneemt om dan zelf in die liefde te blijven, dat geloof is plat of hypocriet. ‘Blijf in mijn liefde’, zegt Jezus; als je hier viert met welke liefde God naar mensen toekomt en als je hier wordt herinnerd aan alles wat God in zijn liefde heeft gedaan, dan hoort daarbij dat je zelf ook een leven van liefde leidt.
(andersom geldt ook: voornemen zonder vieren of herinneren wordt moralisme en zurigheid)
Dan zegt Jezus het zo: heb elkaar lief, en dat kan zo klinken alsof de liefde hier beperkt wordt; beperkter dan waar Jezus in andere Bijbelgedeeltes, bijvoorbeeld, zegt: heb je vijanden lief. ‘Heb elkaar lief’, heel intern gericht. Even ter verduidelijking ga ik daar kort iets over zeggen.
Er speelt aan de ene kant iets mee, denk ik, qua achtergrond en context van het evangelie (dat ga ik omwille van de tijd niet hier in de preek uitdiepen, u kunt het vragen). Dat maakt dat Johannes andere accenten legt dan bijvoorbeeld Mattheus of Lucas. Maar, en dat is, denk ik, minstens even belangrijk, juist de manier waarop Johannes het schrijft maakt het ook wel zo concreet. Akelig concreet zelfs. Liefhebben, dat voornemen, dat gaat over ons. Ja, je mag even om je heen kijken. Dan zie je andere mensen, en jullie weten dat vermoedelijk allemaal nog veel beter van elkaar dan ik, waar allemaal wat mee is. Daar zit degene die op school altijd al een etterbak was. Die en die, die zit er netjes bij, maar je moest eens weten wat voor een shit daar achter de voordeur plaatsvindt. Een mes in de rug, zo voelt het wat die en die me ooit heeft aangedaan. Enzovoorts. Als je om je heen kijkt, dan weet je van allerlei mensen hier in de gemeente dat ze zeker ook minder mooie kanten hebben. En misschien zit je hier wel naast iemand met wie je al heel wat jaren samenleeft en je weet heel goed dat die ander ook nare kanten heeft. Misschien ging je relatie van de ene struggle naar de andere (misschien ook niet). Misschien vind je het terugkijkend een wonder dat je elkaar niet echt de tent uit gevochten hebt; en misschien zit je hier zo, nu, dat je weet dat je straks, vanmiddag, morgen, weer verder gaat met elkaar de tent uit te vechten. Ik bedoel maar te zeggen: soms is het een stuk makkelijker om de onderdrukte Palestijnen lief te hebben dan je eigen vrouw of je eigen zoon.  Maar over dat laatste heeft Jezus het hier: liefde voor concrete mensen dichtbij, met alle complicaties daarvan.
Heb elkaar lief, zegt Jezus. Het is een groot compliment als iemand je zoveel vertrouwen geeft dat je zijn of haar rottigste kanten te zien krijgt; misschien zou het zelfs wel mooi zijn als we dat in de gemeente meer zouden doen. Maar des te moeilijker is het wel om dan van iemand te blijven houden. Daar heeft Jezus het over. Liefde niet als een of ander abstract altruïstisch ideaal, voor abstracte mensen waar je geen last van zult hebben, maar liefde als het harde werk voor de echte mensen die je in het echt leven tegenkomt.
Die liefde is niet goedkoop, of simpel; net zomin als de liefde van Jezus voor ons goedkoop was. ‘Geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden’, zei Jezus, en Hij deed het zelf. ‘Heb elkaar lief’, zegt Jezus, ‘blijf in die liefde’. ‘Heb elkaar lief’. Ik kijk, of we kijken bij ons thuis met de oudste kinderen naar de serie ‘Kamp van Koningsbrugge’, dat gaat over mensen die in een periode van twee weken meedoen aan een opleiding van de commando’s, allemaal vreselijk zwaar wat je dan moet kunnen en ontzettend stoer. En in één van de afleveringen uit het eerste seizoen ging het over ‘moed’ en toen zeiden ze het zo: ‘moed is dat doen wat gedaan moet worden, ongeacht de consequenties voor mijzelf’. Dat. Geen grotere liefde dan je leven te geven, op welke manier dan ook. Er is de onterechte associatie van dit geloof van Jezus met woorden als saai en stoffig en sloom; onterecht, er is niks slooms of stoffigs aan deze manier van liefhebben. Het is doen wat je moet doen, voor die ander, zoals Jezus dat voor jou deed, ongeacht de consequenties voor jezelf. Dat vraagt een heldhaftigheid die ik, weet ik inmiddels van mezelf, heel vaak niet op kan brengen.

Maar Hij wel. Daarom: vandaag is het, zoals elke zondag, Bevrijdingsdag. Om te vieren dat de liefde overwonnen heeft, en dat we vrij zijn om in die liefde te blijven. Dus vier het, herinner het je, kijk om je heen en neem het je opnieuw voor: lief te hebben, wat het je ook mag kosten, zoals Hij dat voor jou deed. Halleluja.
Amen
 
terug