Preek bij Handelingen 1:1-11 (Hemelvaart 2023)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Intro: de kroning van Charles, de hemelvaart en het koninkrijk van God
Een kleine twee weken geleden werd in Westminster Abbey de Engelse koning Charles gekroond. En in de preek bij die kroning sprak de aartsbisschop van Canterbury in zijn preek over het koninkrijk van God, waarin de armen en de onderdrukten bevrijd worden van onrecht, waarin de blinden zien en waarin gewonde en gekneusde mensen genezen worden. En van daaruit trok hij de lijn naar de koning en naar eigenlijk alle luisteraars van de preek, met een opdracht. Ik geloof dat de meest geciteerde zin uit de preek deze is: with the privilege of power comes the duty to serve. Bij het privilege van de macht hoort de plicht om te dienen en die plicht om te dienen geldt iedereen.
Vandaag is het hemelvaartsdag en komen eigenlijk al diezelfde thema’s aan de orde. Er is glorieus ceremonieel, en, zegt de tekst, Hij sprak over het koninkrijk van God, en er klinkt een opdracht. Valt er iets te vieren aan hemelvaartsdag? Nou ja, dat ligt eraan of je vindt dat er iets te vieren is aan zijn koningschap. Dat is net zoiets als bij zo’n kroning. Voor sommige mensen was er niets te vieren, die liepen rond met een bord ‘weg met de monarchie’ – nee, dan is het niks. En als je hele leven zegt: ik heb niks met deze koning, dan is er ook niks te vieren vandaag. Maar als je enthousiast bent over zijn koningschap dan is er met de kroning iets te vieren. Dat betekent niet dat Hij nu pas koning wordt, nee, dat is Hij al, maar dit is de dag om daar met groots ceremonieel bij stil te staan, en als je blij bent met zijn koningschap, dan is dit een dag om van harte mee te vieren.     
Daar, bij wat er een kleine twee weken geleden gebeurde in Westminster Abbey, heb je een plaatje van wat hemelvaartsdag is. En dan is er wel één belangrijk verschil en dat is dat hemelvaart veel meer iets unieks heeft dan de kroning van een nieuwe koning. Dit gebeurt één keer, daarom is het grootser, en Hij neemt het koningschap niet over van zijn voorganger, die op een vergelijkbare manier regeerde, maar, in beeldspraak, van een meedogenloos onderdrukkende dictator. Dat maakt het grootser; er zit nu een koning die in gerechtigheid regeert, zoals ook Psalm 93 zingt. 
En het is ook grootser, omdat ‘koningschap’ en ‘koninkrijk’ in de Bijbel veel meer inhoud hebben dan bij ons, ondanks alle ceremonieel in Londen. De Bijbel kent geen koningschap dat alleen maar gaat om lintjes doorknippen en verder weinig werkelijke macht heeft. Als er een nieuwe koning is, dan gaat er daadwerkelijk iets gebeuren. En dat hoor je ook in Handelingen terug. Er staat iets op het punt van beginnen en de hele atmosfeer zindert al met verwachting.

‘Jezus schreef geen boek, maar stichtte een gemeenschap’: hoe Jezus vandaag werkt
Dat is wat we vieren vandaag. Er is een nieuwe koning, dus gaat er een nieuwe wind waaien. Dat laatste vieren we nog niet, dat komt met Pinksteren, maar als we vandaag zijn kroning vieren krijg je daar al wel een indruk van. De koning zet als het ware zelf de lijnen uit voor hoe Hij straks aan het werk gaat: dit en dat ga ik doen. 
Gaat Hij doen, ja. Want dat we hem niet zien betekent volgens de Bijbel niet dat Hij niet meer zelf aan het werk is. Zo staat het in vers 1; in de meeste moderne bijbelvertalingen is het wegvertaald, omdat het wat ongelukkig Nederlands is, maar de eerste zin zegt dat het vorige boek ging over ‘alles wat Jezus begonnen is te doen en te leren’, en daarin hoor je dat dat nog niet klaar is. Hij is begonnen, en Hij gaat door. Dat is het uitgangspunt van het hele Bijbelboek Handelingen: dat Jezus zelf nu Hij in de hemel is niet minder werkt, maar juist meer, groter. 
En dat doet Hij door elf leerlingen met een laatste opdracht achter te laten. Iemand heeft weleens gezegd: Jezus schreef geen boek, maar liet een gemeenschap van mensen achter met een opdracht. Dat is hoe deze koning regeert: door een klein groepje mensen aan het werk te zetten.  
Dan kijk ik even hier rond en dan moet je dus bedenken dat dat alleen jullie elf hier zijn. Dan mag je het gebouw wegdenken, daar hadden ze echt geen geld voor, alleen jullie. Dat is het wat Jezus achterlaat om door te gaan met zijn werk. Jezus laat zijn werk niet achter in handen van de machtige imperiale bureaucratie van Rome, of in handen van een paar gelikte PR-bureaus met forse budgetten. Natuurlijk niet; dat past hem niet. Maar dat betekent voor ons dat wij zeker genoeg hebben. Wij hebben niks nodig, behalve de Geest, daar kom ik straks nog op, wij hebben meer dan genoeg om hier in onze omgeving door te gaan met de dingen die Hij is begonnen te doen en te leren. Misschien zou je zelfs kunnen zeggen: dat hoort bij de glorie van zijn koningschap; dat Hij met zulke kleine groepjes mensen zulke grootse dingen kan doen.

Twee kritische opmerkingen, twee beloftes, twee opdrachten
En hoe dan?; hoe blijft Jezus dan door ons aan het werk. In de tekst vind je daarover twee kritische opmerkingen, twee beloftes en twee opdrachten, die bij elkaar iets laten horen van wat ons te doen staat.
Ik begin met de kritische opmerkingen, die eigenlijk kritiek zijn op de kerk altijd en overal. De eerste daarvan vind je in vers 7. Als zijn leerlingen vragen: ‘herstelt u dan in deze tijd het koningschap voor Israël?’, dan zegt Jezus: ‘het is niet aan jullie om de tijden te weten die de Vader bepaald heeft’. Ik hoor haast in die vraag van die leerlingen, heel begrijpelijke haast, en ik hoor in Jezus’ kritische reactie een oproep tot geduld. Het is niet nu al klaar. En we mogen en kunnen in navolging van hem niet alvast vooruitgrijpen op zijn volmaaktheid. Ik denk dat dat iets is dat we in deze tijd snel vergeten. 
Tegelijk, dat is de andere kritische opmerking, betekent dat niet alleen maar afwachten. ‘Waarom staan jullie zo naar de hemel te staren?’, zeggen de engelen in vers 11. Er staat ons iets te doen, niet alleen maar te wachten en te staren; en we mogen dat doen met geduld. Verwachtingsvol aan het werk, geduldige activiteit; dat is de houding die de Bijbel ons probeert te leren in deze twee kritische opmerkingen, denk ik. En dat kunnen wij ons aantrekken, in de dingen die wij doen, als gemeente, of ook in onze eigen levens. ‘Geloven’ is niet ‘naar de hemel staren’; en Jezus geeft ons geen quick fix voor alle problemen die wij tegenkomen. 

Twee beloftes: het geschenk van de Geest en Jezus’ eigen terugkeer
Dat is de kritiek die Jezus en de engelen geven. Ze geven ook beide een belofte. Jullie zullen kracht uit de hoge ontvangen, de Heilige Geest zal jullie vervullen – dat is wat Jezus belooft. Het is Jezus die op deze manier doorwerkt; en Hij doet dat door de Geest te geven. Hij doet dat door mensen te veranderen, zodat ze meer op hem gaan lijken. En Hij doet dat door kleine, onbetekenende mensen te vervullen met een kracht die het natuurlijke ver te boven gaat. 
En dat hebben we nodig, beide. We weten allemaal dat verder gaan met wat Jezus is begonnen te doen en te leren niet bepaald in onze natuurlijke aard zit; integendeel. En we weten ook allemaal dat we gewoon menselijk gezien niks voor elkaar gaan krijgen in dit dorp. Daar zijn we veel te klein en veel te vergrijsd voor. Ik zal u eerlijk zeggen dat ik dat regelmatig voel; niet alleen over ons als gemeente, maar ook gewoon persoonlijk. Dat de dingen gewoon te groot zijn en ik niet weet waar te beginnen. Onze hoop ligt in die belofte, dat de Geest ook ons zal vervullen. 
Ik wil u, ons, vragen om daar de komende tien dagen voor te bidden. Als je iets verder leest in Handelingen, hoor je dat zij dat doen. Het is onze enige hoop; en dan gaat het niet over ons overleven als kerk, het gaat erom dat zijn werk doorgaat. Onze enige hoop om daar iets van terecht te brengen is als Hij ons net als hen met zijn Geest vervult. En laten we daar dus de komende dagen om bidden. 
De andere belofte is dat Hijzelf terug zal komen. Deze Jezus, zeggen de engelen, zal op dezelfde manier terugkomen. En de engelen hebben daarvoor al gezegd dat dat niet betekent dat je vanaf nu naar de hemel moet staren en afwachten. Het is meer een bemoediging bij hoe we in deze wereld aan het werk gaan; het geeft hoop. Het geeft de hoop dat al onze mislukkingen, alle dingen die we proberen in zijn spoor te doen en waar we ploegen op de rotsen, dat die niet het einde zijn. Het einde is aan hem; en laat ons dat moed geven om te doen wat er in zijn naam gedaan moet worden.  

Twee opdrachten: wachten en getuigen
Zo kom ik tot de twee opdrachten die Jezus geeft. ‘Jullie zullen mijn getuigen zijn’, dat is de grote opdracht die Jezus ons meegeeft. Maar de eerste en misschien wel moeilijkere opdracht is ‘wachten’. ‘Jullie moeten wachten tot jullie kracht uit de hoogte ontvangen.’ Dat is de heel realistische consequentie van het feit dat wij op zichzelf op geen enkele manier iets van die opdracht kunnen maken. En we weten dat, en toch vinden we het o zo moeilijk om te wachten. Ik ook. En toch is het de enige zinnige optie, als we serieus de bedoeling hebben op de een of andere manier verder te gaan met wat Hij begonnen is, als we er niet ons eigen project van willen maken. Wachten. Bidden. Open staan voor het werk van de Heilige Geest. 

Slot: de actie na de actie
Wachten, totdat we door zijn Geest zo ingeschakeld worden dat we werkelijk verder gaan met zijn werk. Zo stuurt Hij ons de wereld in. Ter afsluiting en illustratie van hoe dat werkt een verhaal. Er zijn hier waarschijnlijk best wat mensen die op de een of andere manier het verhaal van The lord of the rings kennen – boek, films, of allebei. Voor wie het niet kennen is het eigenlijk niet goed samen te vatten; in het heel kort zou je kunnen zeggen dat het verhaal vertelt hoe in een weg van zelfopoffering, tegen alle wanhoop in, de dodelijke macht van het kwaad gebroken werd. 
Voor nu even iets voor ons uit dat verhaal, uit het laatste deel ervan, natuurlijk, zoals met hemelvaart en Pinksteren in Bijbelse zin de laatste dagen beginnen. Op dat moment in het verhaal is voor je gevoel de climax allang achter de rug. Het grote kwaad is verslagen, totaal en finaal van z’n kracht beroofd, voor altijd; en er is een nieuwe koning, die regeert in gerechtigheid. En dan is toch het verhaal niet afgelopen, eigenlijk verrassend, maar gaan vier van de hoofdpersonen, kleine mensjes, terug naar hun eigen thuis – en dan vind je daar uitbuiting, afpersing, fake news, ecologische catastrofes en alle andere ellende die je ook in onze echte wereld hebt. En dan vertelt het boek van hoe ze zelf aan de slag gaan, vier kleine mensjes, hoe ze met creativiteit en inventiviteit en met alles wat ze gezien en gehoord hebben, hoe ze daarmee zelf aan de gang gaan om de dingen recht te zetten. 
Dat is de opdracht die wij met hemelvaart meekrijgen, zo is het bij ons ook. Ja, het grote kwaad is verslagen, totaal en finaal van z’n kracht beroofd, voor altijd, dat is Pasen. Er is een nieuwe koning, die regeert in gerechtigheid, en vandaag vieren we zijn kroning. Dan is de climax voor je gevoel wel achter de rug, en toch is het verhaal niet afgelopen, verrassend eigenlijk. En wij, we komen straks, morgen, volgende week in ons eigen thuis, kleine mensjes, en daar vinden we uitbuiting, afpersing, fake news, ecologische catastrofes en alle andere ellende. En nu wij, met creativiteit en inventiviteit, met alles wat we van hem gezien en gehoord hebben – wat gaan wij doen? 
Dat is de roeping van hemelvaart. Er is een nieuwe Koning, en Hij regeert, in gerechtigheid. Over het koninkrijk van God sprak Hij, waarin de armen en de onderdrukten bevrijd worden van onrecht, waarin de blinden zien en waarin gewonde en gekneusde mensen genezen worden. En als we ook maar een heel klein beetje serieus nemen dat Hij werkelijk koning is, Hij, de Jezus die in het evangelie getekend is, dan gaan wij dat doen, met creativiteit en inventiviteit, met alles wat we van hem gezien en gehoord hebben. Morgen, volgende week; zoeken en proberen wat we kunnen doen om die bevrijding van armen en onderdrukten ook in onze omgeving werkelijkheid te laten zijn; wat we kunnen doen om in onze omgeving gewonde en gekneusde mensen weer te helen. Omdat Hij regeert, nu, en tot in alle eeuwigheid.
Amen. 
 
terug