Voorbij de leegte

Vorig jaar publiceerde Esther van Fenema het boek ‘Het verlaten individu’, waarin ze op basis van
onder andere haar ervaring als psychiater de hoofdzonden van onze tijd beschrijft. Aan het klassieke
rijtje van zeven voegt zij een achtste toe, die volgens haar kenmerkend is voor onze samenleving: de
leegte. In dit nieuwe boek probeert ze samen met predikant Joost Röselaers die leegte voorbij te
komen. Dat doen ze in de vorm van een reeks gesprekken met publieke figuren als Jan Terlouw,
Stephan Sanders Dirk de Wachter en anderen.
Elk interview wordt voorafgegaan door een korte inleiding op het wie en waarom van de
gesprekspartner. Aan het eind kijken de auteurs samen terug op het resultaat. Een groter verhaal –
dat is waar de auteurs door alle gesprekken heen naar op zoek zijn. Een overkoepelend narratief dat
ons samenleven zin geeft. Doorgeslagen individuen zijn we geworden, atomen die in een neoliberaal
vacuüm langs elkaar heen bewegen. En, dat is één van de rode draden in de interviews, niemand
wordt daar echt blij van. Dat er meer gemeenschap nodig is en dat het neoliberale
samenlevingsmodel failliet is, daar zijn vrijwel alle geïnterviewden het over eens.
Hoe moet het dan wel? Het is niet verwonderlijk dat religie regelmatig de revue passeert, maar dan
wel in een nogal functioneel kader. Het transcendente, schrijven Röselaers en Van Fenema in hun
epiloog, blijft buitengewoon functioneel in het creëren van de ruimte voor wat religies ‘vergeving’ en
‘genade’ noemen. Of: elementen van het christendom zouden in een geseculariseerde versie
voortgezet moeten worden; als samenleving blijken we niet goed zonder te kunnen. Ik twijfel;
snijbloemengeloof, haalt Beatrice de Graaf in haar interview SGP-voorman Kees van der Staaij aan:
los van de wortel verlept het na verloop van tijd onherroepelijk. In ben geneigd het met hem eens te
zijn.

(Uit: De Nieuwe Koers 2023/9)
terug