Salvation lies within: drie avonden over 'redding'

"Salvation lies within": dat zegt de harteloze en zelfvoldane gevangenisdirecteur in The Shawshank redemption tegen de onschuldig tot levenslang veroordeelde gevangene Andy – en hij geeft hem een Bijbel. Daarin, in die Bijbel, ligt redding, inderdaad; dat blijkt ook aan het einde van de film als de ontsnapte Andy de Bijbel terugstuurt, waarin hij al die tijd het gereedschap heeft verborgen dat hij voor zijn ontsnapping nodig had. “You were right”, schrijft hij er spottend bij, “salvation lies within”. 

In die Bijbel is redding te vinden, of verlossing, of bevrijding. Maar wat dan, en voor wie, en hoe? De gevangenisdirecteur in de film heeft er een eenvoudig antwoord op: redding is redding voor je ziel die je vindt bij God in de Bijbel. De gevangene heeft er een even eenvoudig antwoord op: redding is bevrijding uit de gevangenis. “Salvation lies within”; je hoort er nog een andere laag in, namelijk dat je redding vindt binnenin jezelf, in je eigen innerlijke kracht. 
En de Bijbel zelf? Redding, verlossing en bevrijding zijn Bijbelse kernwoorden; heil, werd het eerder vaak genoemd. Maar wat is dan heil, voor wie, en hoe? Dat zijn de vragen waar ik in een korte serie van gespreksavonden in de komende maanden met elkaar over in gesprek zou willen gaan. In de vorige kerkbrief heb ik daar al kort iets over aangekondigd, dit keer een wat uitgebreidere toelichting.

Waarom?

Eerst een korte toelichting op het waarom van zo’n korte serie. Wat mij betreft zijn er drie motieven om met dit thema in de gemeente aan de slag te gaan:

  • Eerst is dat een pastoraal motief. Ook als mensen de vraag in algemene zin stellen, vermoed ik dat er vaak een heel concrete, persoonlijke onrust meespeelt: hoe zit het met mijn eigen kinderen, die in veel gevallen niks van de kerk willen weten? Dat is voor in elk geval een deel van de mensen in onze gemeente een belangrijke, existentiële vraag. En ik denk dat de beste manier om met zo’n vraag om te gaan is om die zo expliciet mogelijk op tafel te krijgen. Dus laten we het erover hebben. 

  • Een tweede motief heeft te maken met onze roeping als gemeente. Zodra we het hebben over de toekomst van de kerk, of over kerk-zijn in het dorp, of over pionieren, dan raakt dat gelijk aan de vraag naar het waarom van ons kerk-zijn. Daar speelt onlosmakelijk deze vraag naar redding ook een rol bij. Als ik voor mezelf spreek: zolang we er niet open over kunnen praten, zit deze vraag in de weg. Ik denk dat het ons helpt om helderheid te krijgen over de roeping voor ons als gemeente om over de vraag naar redding in gesprek te gaan.

  • Als laatste doe ik dit ook met het oog op de wereld buiten de kerk. “Nodig gerust anderen uit”, schreef ik in de vorige kerkbrief; en dat is, omdat ik meer en meer het gevoel heb dat de wereld schreeuwt om redding. Er was een tijd dat er veel gepraat en geschreven was over de relevantiecrisis van het christelijk geloof, maar eerlijk gezegd geloof ik daar niet meer in. De wereld gaat veel te snel ten onder, en, zouden sommige filmmakers of schrijvers direct toevoegen, dat hebben we als mensheid verdiend ook. Ik proef in media en cultuur de laatste tijd dat er een soort zwarte, sombere wanhoop over ons neerdaalt. Als er dan nieuws klinkt dat er van voorbij de grenzen van dit universum redding naar ons toe komt, lijkt mij dat uitermate relevant. Of het waar is, en hoe, dat is een andere vraag, en daarover moeten we het dus hebben.

Een korte verkenning

Als we hierover in gesprek gaan, doen we dat geen van allen blanco. We hebben er allemaal ideeën over, die we ergens meegekregen hebben of zelf in de loop der jaren gevormd hebben. Die ideeën kan je groeperen in bepaalde clusters; in literatuur hierover wordt vaak gesproken van drie clusters: exclusivisme, inclusivisme en pluralisme. Ik denk dat je in de praktijk van onze gemeente ruwweg vier opties hoort, die vaak in mensen zelf een beetje warrig door elkaar heen lopen:

  1. de religieuze optie: redding is er voor wie gelooft. 

  2. de morele optie: redding is er voor wie goed leeft. 

  3. de universele optie: redding is er voor iedereen.

De voorgaande drie opties hebben met elkaar gemeen dat ze alle drie een perspectief hebben voorbij de dood. ‘Redding’ is bij alle drie dat er toekomst is voorbij de dood bij God in de hemel (of in de eeuwigheid, hoe je het ook verder invult). Het onderscheid tussen deze drie zit niet in het ‘wat?’ van redding, maar in het ‘voor wie?’. Dat is anders bij de vierde optie; daar heeft redding een andere inhoud.

  1. de immanente optie: ‘redding’ gaat over dat mensen het goed hebben in dit aardse leven. 

Als we hierover nadenken, is het goed om voor jezelf eens na te gaan welke optie of opties in jou leven, en ook waarom. Er zijn voor elk van deze opties argumenten te vinden, ook in de Bijbel. En misschien helpt het al om daar eens voor jezelf bij stil te staan. 

Concreet: wanneer en hoe?

Om het concreet te maken: welkom in de Poterne op drie maandagavonden, 22 mei, 5 juni en 19 juni. We beginnen om 20.00 en gaan door tot uiterlijk 21.30. Globaal heb ik nu het volgende programma in mijn hoofd, provisorisch, want wie weet waar we op komen met elkaar:

  • 22 mei: verkenning van wat er leeft, verder invullen van het vervolg.

  • 5 juni: het grote plaatje – de komst van het koninkrijk van God

  • 19 juni: het komende koninkrijk en onze persoonlijke levens

Uitdrukkelijk is het mijn bedoeling om dit als onderlinge gespreksavonden vorm te geven, niet als ‘cursus’. We denken er met elkaar over na en hopen elkaar op die manier verder te helpen. Ik hoop ook zelf zo verder te komen; wie weet dat ik aan het eind wel eens probeer mijn eigen gedachten over dit thema systematisch op papier te zetten, maar nu lukt dat mij nog niet.
En dan nog één afsluitende opmerking. Het is natuurlijk niet voor niets dat Jezus zelf consequent weigert om vragen als ‘voor wie wel? voor wie niet?’ te beantwoorden. Hij verwijst je in dat geval steeds terug naar jezelf: jij, ga jij de smalle weg achter mij aan, de weg die naar het leven leidt. Hierover met elkaar nadenken kan zomaar worden tot een zelfschouderkloppend gebeuren, waarin we ons vooral over ‘de anderen’ druk maken. En dat zou jammer zijn. Als we erover na gaan denken, laten we dat dan doen om ons meer te verwonderen, om meer te vertrouwen, kortom: juist om met nieuwe moed zijn oproep te gehoorzamen: ‘Volg mij!’.
Wees welkom.

terug